09 februari 2012

20

Pissig word ik weer eens vanwege mijn afhankelijkheidspositie. Ik, die gewend ben altijd mijn eigen zaakjes op te lossen en dat doe wanneer, hoe en waar ik het wil, moet nu zitten afwachten en afhankelijk zijn van artsen en verpleging. Des duivels ben ik.
Ik kan niet meer zo goed uit de voeten en loop inmiddels met krukken en heb amper nog zin om een brief te posten. Aanpassing en inpassing Romijn. Pas op de plaats, spreek ik mezelf toe.
Dan volgt de berusting en de relativering waardoor de dagen daarna weer draaglijk worden. Geen inzinkingen en eigenlijk begin ik weer welgemoed te worden. Oude krachten vieren hoogtij. Ik zou zelfs wel weer eens naar een feestje willen bij wijze van spreken. Wanneer ik ondernemend word, wil het zeggen dat het goed gaat.
Dan komt m’n innerlijke stem: het is goed zo. Dit eigen vertrouwde geluid koester ik, net als mijn teen.
Maar… wat broeit daar toch?
Dan weer die innerlijke geruststelling dwars door alle panieken heen: Blijf kalm, het loopt zoals het lopen moet, maak van je leven een feest zolang het kan en leef je leven alsof het je laatste dag is.
Inderdaad, als het leven voor mij nog kort zou zijn, zou ik dan nog iets moeten of iets willen veranderen? Nee, ik wil niets anders, niets meer, het is uitstekend zoals het is en dat is tevens weer een bevestiging van hetgeen ik allang weet. Hoe totaal heb ik mijn leven geleefd tot op heden? Vol-ledig!
Is sterven dan zo erg?
Wat bindt je toch aan die aarde? Leeftijdsloos trek je door de tijd heen. Tijd, de grote golfbeweging die zo grillig beleefd kan worden op weg naar de eeuwige rust.
Is dat zo erg?
Een week na de biopsies zou professor A.M.H. Hoogervorst mij bellen om me de uitslag mede te delen.
Gespannen wacht ik af.
'Wij, de mensen van de P.A. en ik komen er niet goed uit, op zich is dat gunstig, tot op heden is er nog geen maligniteit aantoonbaar,' spreekt hij.
Er is dus nog steeds niets duidelijk. Nader onderzoek is er nodig. Vooralsnog is er geen definitieve diagnose. Ze hebben niets kwaadaardigs kunnen aantonen. Ze hebben nog een week nodig want er moet iets ingekleurd worden, raast het door mij heen.
'Betekent dat dan uitsluiting van osteosarcoom?' vraag ik alert.
'Dat hoort u mij niet zeggen, het is vrij zeker niet snel groeiend,' houdt hij een slag om zijn arm.
Verder mag ik niets meer vragen wat hem tot antwoorden zou kunnen aanzetten.
'Einde verhaal'
Dat was wat ruimer ademhalen, wel sceptisch blijven maar toch… eh… hè hè. Volgende week zou dan eindelijk de officiële diagnose en mogelijke behandelingswijze komen. Dat betekent weer een nieuwe spanning waarbij volgens mij de grootste druk van de ketel is. De eerste levensbedreiging lijkt voorbij maar daar mag ik me niet al teveel op vastpinnen, aldus A.M.H.
Echt gek opkijken doe ik niet, eigenlijk had ik niets anders verwacht. Vanavond zal ik er met mijn dierbaren champagne doorheen slaan. Iedere dag moet immers gevierd worden. Zeker als het om hoogtepunten gaat.
Toch is dat extreme angstgevoel nagenoeg weg. Zo ook de luttele inzinkingen die de laatste weken nu en dan de kop op hebben gestoken. Herademen is het maar toch alert zijn op dat eventuele addertje onder het gras.
Wat leert deze tijd me nou eigenlijk, vraag ik me geregeld af. Wat zegt dit mij?
Het onderstreept en bevestigt mijn leefwijze hoe ik me als mens voortbeweeg. Met stokken vooralsnog. Geen attitudes geen schijn. Nee, wezenlijke werkelijkheidsbeleving. Hoe ik leef en tot op heden geleefd heb is voor mij de enige ware wijze. Geen spoortje van spijt of verloren kansen.
Zoals het is, is het goed. Uitmuntend: 10+
Dat geeft weer zo’n bevestigend gevoel van vrede en rust. Uiteindelijk zijn we zelf nagenoeg niet in staat om in te grijpen in ons levensproces. Dus weer denk ik voor de zoveelste keer: wat is dan de vrije wil?
Alles staat op de helling. Ik heb geen enkele invloed op hoe het zal lopen en heb het maar te nemen zoals het gaat. Op het moment dat ik me daarvan bewust ben, kan ik me geen buil meer vallen. Kan ik in al m’n paniek als een idioot gaan schuilen of vluchten? Nee, ik moet zorgen dat ik goed slaap, eet en rust eventueel met of zonder een glas wijn. Optimistisch de dag in. De zon schijnt in ieder geval.
Als de emoties komen, laat ik ze maar weer toe. Ik ga visualiseren, concentreren en mediteren in mijn eigen veilige ruimte. Met al mijn kracht omhul ik de aangedane plek. Zit er omheen en erin. Ik spreek de schavuit aan: hé joh, wij toch samen. Dan volgt een arsenaal aan woorden ontsproten uit mijn brein. Mijn geest functioneert op zo’n ogenblik op volle toeren. Daar denk ik niet over na, dat gebeurt vanzelf. Geheel op intuïtie afgaand, volg ik het op de voet. Daarna weer een tijd van rust en ontspanning dat is de rijkdom van dat moment. Een eenmansfeestje waarin de voorzienigheid, of noem het de schepper, een optionele plaats heeft. Als een allesomvattend geheel, overkoepelt het het gebeuren, tastbaar wetend: als ik mijn kleine universumpje ben, kan ik mijn energie sturen.
Gedachten zijn krachten heb ik ooit iemand horen zeggen.
Normaliter zou ik er niet zo snel toe overgaan maar nu trek ik pentagrammen, magische cirkels en yod-mantels om me heen. Alles ter bescherming in de mooist gekozen kleuren. Mijn houding en wezen neigen naar: ach, we zien wel.
De omgeving leeft op haar manier met me mee. Daar wordt gebeden, kaarsen gebrand, heilige missen opgedragen, kaarten en brieven gestuurd en belangstellende telefoontjes gepleegd.
Gelukkig krijg ik geen bloemen. Zo’n attentie waar een ander "wat prachtig" opzegt, is voor mij een ramp. Met alle goede intentie neemt het bezoek voor de gastvrouw een blommetje mee. Vervolgens moeten de stelen gekortwiekt worden. Als je met rozen te maken hebt, moet je de doornen eraf halen en mag je je gelukkig prijzen als je dan niet je handen openhaalt. Voorts moet je een geschikte vaas zoeken. Het volgend probleem dient zich aan als je er geen in huis hebt. Dan een juiste plek zien te vinden waar je er dagelijks in volle teugen van kunt genieten. Vervolgens begint het na enige dagen te stinken in de kamer. Je vraagt je af waar die bedorven geur vandaan komt. Juist ja, de vaas met bloemen. Eigenlijk had hij verschoond moeten worden, helemaal vergeten. Dus de inmiddels verwelkte, stinkende bloemen worden weggegooid. Met het nodige gelek belanden de dooie dienders in de vuilnisbak, die gelijk overvol is zodat hij geleegd moet worden in de container in verband met ondraaglijke stank in de keuken.
Neen, voor mij geen bloemen.
Als champagne bruist het van binnen. Kracht geeft macht. Een algeheel gevoel van laconisme, stoïcisme en zalige onverschilligheid.
'Ik hou van buitenissigheden,' zeg ik tegen Olivier.
'Ge krijgt zoals ge het hebben wilt,' beaamt hij met een glimlach.
Tot ik het weer zat ben. M’n ondernemingslust is geheel verdwenen, m’n energie zomaar weg. Ik heb nergens zin in en zie overal tegenop. Het minste of geringste is me teveel. Ik begin er zo genoeg van te krijgen.
Rond twee uur ’s nachts moet ik m’n bed uit, pijnstiller of niet, slaappil of niet. M’n teen en eigenlijk de gehele voet voelt stijf en strak aan. Dan ga ik maar weer een half uur door de kamer banjeren. IJsberen van achter naar voren en vice versa. Er zit een forse pijn in mijn voet, een druk, een trek, die zich door mijn hele been verspreidt.
Na die drie biopsies is het er niet beter op geworden. Ik zou wel een gaatje in mijn teenholte willen maken opdat het vocht eruit zou kunnen lopen. Ik ben zo godver- godver- godvermoe. Dat is ongekend. Ik voel me lichamelijk gesloopt. Mijn vitaliteit? Op!
Sinds enige dagen heeft een griepgevoel zich aangemeld. Een verstopte, prikkelende neus en een druk achter m’n ogen die vast blijft zitten. Niezen gaat ook niet meer. Als ik moet niezen, adem ik al heerlijk in wachtend op de hatsjoe van de climax maar dan gaat het net niet door. Zeer frustrerend alsof het veelbelovende orgasme in je neus blijft hangen om er nooit meer uit te komen.
De volgende dag moet ik naar A.M.H. die veertien dagen na mijn biopsie dan eindelijk het verlossende woord zal spreken.
Ik heb al enig idee wat er zal gaan komen: Mevrouw, we kunnen nog steeds niets vinden. Er zal nader onderzoek moeten worden uitgevoerd om de aard van de tumor te bepalen. U moet nu niet teveel vragen… Einde verhaal.
Die nacht val ik direct in slaap. Ik lig op mijn linker zij en schiet een half uur later wakker, recht overeind en volledig gedesoriënteerd en verstikt. Ik ben m’n pil vergeten in te nemen en het is te laat. Te laat voor wat?
Zweten, paniek en tranen. Als ik me gewaar word en bij ben, ga ik weer liggen.
Nu gebeurt er iets nieuws. Ik lig op mijn buik en al in slaap zijnde, ben ik getuige van hoe het proces zich ontwikkelt. Ik kan niet meer stoppen. Het lijkt net, het voelt alsof zich steeds iets ritmisch samentrekt in m’n hersens en ben bang dat ik in coma zal raken waar ik niet meer uit kan komen, al toeschouwend. Het is een vreemd prikkelend gevoel in m’n hoofd, weet niet meer of ik wel of niet slaap en hou het proces nauwlettend in de gaten. Het suist, het gonst… ik drijf weg… vechtend voor mijn leven.
Nog diezelfde nacht droom ik uitsluitend over ledematen en ziekenhuizen. Wat zal er straks boven mijn hoofd hangen?
Isis staat op het antwoordapparaat midden in de nacht om me nog eens flink wat kracht en sterkte te wensen. Toch nog een opkikker.
Half elf wordt tegen half twaalf want het spreekuur van professor Hoogervorst loopt uit. Je wordt van alle kanten op de proef gesteld, ook je geduld.
'Mevrouw, we hebben nog steeds geen maligniteit kunnen aantonen. Ik wil u nog deze week opgenomen hebben, met spoed, voor een operatie waarbij ikzelf de teen openmaak en naar het bot ga. Ik vermoed dat ik met drie biopten wel in de buurt ben geweest maar niet erin. Bij dit open biopt onderzoekt de patholoog ter plekke het aangedane bot en zo nodig, indien goedaardig, schraap ik het bot schoon en bij maligniteit is er een vervolgoperatie met een eventuele amputatie,' spreekt A.M.H.
Verdorie, ze moeten en zullen wat vinden…
'Maar zou het toch niet een ontsteking kunnen zijn?' probeer ik nog eens met een hoopvol gezicht.
'Zuster, wilt u mij even mijn kristallen bol geven?' is zijn, door mij niet gewaardeerde, grapje.
'Dus…'
'Mevrouw, u moet niet zoveel vragen, want ik kan u nu geen antwoord geven. Zuster, wilt u even met mevrouw meelopen naar de balie?'
'Einde verhaal.'
Nee, nergens geeft hij antwoord op, het zal voor hem waarschijnlijk ook een raadsel zijn. Wat is zo’n botspecialist toch bot. Heeft hij dan helemaal geen idee in wat voor situatie ik me bevind? Waar kan ik terecht met m’n lijstje vragen. Wie kan mij in godsnaam een adequaat antwoord geven? Bij iedere vraag kletst men toch maar uit z’n nek en A.M.H. zegt gewoon niks. Menselijkheid is ze vreemd in dit instituut.
En weer vraag ik mij voor de zoveelste keer af: wat zit er nou in die teen. Welk addertje zit er nog onder het gras of is het een schaap in wolfskleren. Ziet het er alleen aan de buitenkant via de foto’s zo grillig uit. Waarom wordt er met mij niet over de eventuele goedaardige mogelijkheden gesproken?
Nee, het is en blijft zwartgallig. Nog steeds heb ik mijn twijfels, nog steeds andere gedachten, andere gevoelens. Ik sta er alleen in want zij willen nog steeds iets anders beweren. Zij zullen en moeten het aantonen of het uitsluiten.
Moet ik nou lachen of huilen. Moet ik blij of bedroefd zijn? Ik voel helemaal niets meer en ben moe en murw.
Het zijn nu al veertig dagen van beproeving net als Jezus in de woestijn. Na veertig dagen wil ik toch eindelijk het verlossende woord weleens horen. Nee dus… nog niet. Ik vind veertig wel een mooi symbolisch getal, de ultieme afsluiting zou het me lijken.
Ik voel me emotieloos en volkomen leeg.
Maar gelukkig komen diezelfde avond mijn intimi langs. De Torre del Gall staat koud en dit heerlijke vocht gaan we achterover slaan.
De levensbedreiging kan ook nog bestaan uit een verkeerd prikken waarbij de tumor zich per ongeluk zou kunnen verspreiden via de bloedbaan. Ook dit schijnt niet ondenkbaar. Nu moet ik wel vertrouwen op het vakmanschap van mijn professor en dan wetende dat ik niet zo gauw vertrouw…
Het leven gaat gewoon door. Hoera!
Feestje.
Ieder moment kan ik opgeroepen worden voor de slachtbank. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten