11 februari 2012

18


Ik had de tram naar station Sloterdijk genomen en zag Simon op de parkeerplaats staan. Hij had me verteld dat ik moest uitkijken naar een donkerrode Citroën DS, een oldtimer, ook wel Snoek genoemd waarvan hij ongeveer vijfentwintig jaar de trotse eigenaar was. Zodra Simon me zag, stapte hij uit zijn auto en kwam me stralend met uitgespreide armen tegemoet. In een glimp zag ik zijn gezicht verjongen en er bijna zorgeloos uitzien en was ik terug in de tijd.
Ik zag ons weer, omarmd en zwaar verliefd door de drukte van het popfestival heendwarrelen. We hadden slechts oog voor elkaar. Het was een eindeloos liefdesfeest. Drie gelukzalige dagen. Ik hoopte dat er nooit meer een eind aan zou komen en ging even alleen naar toilet.
Ben je zo weer terug, lief? had hij me met ogen vol overgave gevraagd. Ik laat je namelijk nooit meer los.
Wat dacht jij dan, had ik geantwoord en verzegelde zijn lippen met mijn kus. Het was de laatste. Ik werd meegetrokken door een groep feestende flowerpower hippies en weet nog dat ik alle mogelijke moeite deed om me uit de massa te bevrijden maar was al zo ver van ons liefdesnest verwijderd dat ik door de chaos de weg niet meer kon terugvinden. Urenlang had ik gezocht en raakte verdwaald in een doolhof. Het feest liep ten einde, iedereen ging naar huis en ik had Simon nooit meer teruggevonden. Verder wist ik niets van hem behalve zijn voornaam en kon me wel voor mijn kop slaan dat ik nooit z’n adres had genoteerd.
Ik kwam Franneke later in het gedrang tegen. Zij troostte me en nam me mee naar ons rondtrekkend toneelgezelschap dat aan de rand van het dorp de tent had opgeslagen. Zij was Arend ook kwijtgeraakt, vertelde ze me. Ik herinner me mijn diepe droefheid na die eindeloze zoektocht…
We omhelsden elkaar en bleven even met de armen om elkaar heen staan. Toen zwaaide hij het portier van zijn auto open en met een handgebaar nodigde hij me uit in te stappen. Alweer werd ik verrast door zijn, bijna ouderwetse, galante gebaren en goede manieren. Het was een man met stijl, zonder overdrijving.
'En wil je vandaag ver weggaan of dichtbij blijven?' vroeg hij liefjes.
'Hoeft voor mij niet zover, had je iets in gedachten?'
'Ja, wat vind je van IJmuiden. Eerst uitwaaien op de pier en daarna gaan we in een straatje bij de haven in een klein eethuis, waar ik wel vaker kom, vis eten.'
Dat leek mij een uitstekend idee. Tot aan het Noordzeekanaal zwegen we waarna Simon de eerste de beste parkeerplaats opreed, de auto tot stilstand bracht, mijn beide handen vastpakte en liet weten dat hij zich erg op deze middag had verheugd. Ik knikte en zei dat dat wederzijds was.
'Het gekke is, Attila, ik heb je zoveel te vertellen. Het lijkt wel of ik een heel verleden moet inhalen maar tegelijkertijd heb ik het gevoel dat ik beter kan zwijgen en dichtbij je zitten.'
Ik voelde weer een rare verlegenheid naar Simon toe die me eerder was overvallen. Ongekend konden je gevoelens soms zijn. Ik realiseerde me op hetzelfde moment dat ik Simon, die dag van Frannekes begrafenis, in stilte nog wel zo had verweten dat hij vlak en terughoudend was geweest. Mijn idee daarover was volkomen gewijzigd. Ik was degene die hem, om wat voor reden ook, op afstand had gehouden. Ik was degene die oppervlakkig was gebleven. Waarom, was mij nu eigenlijk een groot raadsel. Zonder dat hij er maar iets aan kon doen, had ik me destijds verschrikkelijk verlaten gevoeld. De pijn was zo schrijnend dat ik deze diep had weggestopt en er later nooit meer aan herinnerd wilde worden.
Nu zat hij naast mij. Ik draaide me naar hem toe, keek hem aan, zag dat zijn kaken in zijn smalle gezicht zenuwachtig bewogen en maakte een hand los onder de zijne om met de buitenkant van mijn vingers zijn wang te strelen en zei op zachte toon: 'Lieve Simon, we hebben alle tijd.'
Ik zag zijn ogen vochtig worden en hij vermande zich, ging rechtop zitten, startte de auto en zei met een vreemd donkere stem: 'De branding roept.'
Daar zaten we nou in die auto, beiden midden vijftig en gedroegen ons als twee tieners. Even had ik het gevoel alsof we al ons halve leven samen waren, zo vertrouwd, zo onbevangen en vanzelfsprekend. Ik legde mijn arm om zijn schouder en zwijgend reden we naar de kust.
'Hoe is het met Pia?' vroeg ik toen we over de pier liepen.
'Ze is eergisteren uit het ziekenhuis gekomen en heeft er, naast mevrouw Rotgans, voor de hele dag een gezinshulp bij. Drie keer per week gaat ze naar een revalidatiecentrum op de Overtoom. Ze heeft nu ook gewrichts- en spierpijn door haar hele lichaam dus je kunt je wel voorstellen dat er van vrolijkheid geen sprake is. Bovendien heeft ze een nieuw medicijn gekregen: levodopa. Omdat bij Parkinson onvoldoende dopamine, dat is een neurotransmitter die noodzakelijk is voor het overbrengen van zenuwimpulsen, wordt aangemaakt in bepaalde hersenkernen, werkt dit medicijn goed op de ziekte in want het tekort ervan wordt erdoor aangevuld. De bijwerkingen zijn echter vervelend. Ze wordt er verward en angstig van. Ze krijgt last van hallucinaties en ziet dingen en hoort stemmen die er niet zijn. Bovendien neemt ook een ander symptoom van Parkinson toe: het moeilijke spreken. Ik heb zeer met haar te doen.'
'Erg droevig Simon, ook voor jou.' En ik stelde de vraag die me al een tijd op de lippen brandde: 'Weet Pia van onze ontmoetingen?'
'Ja, ik heb het haar verteld, al meteen vanaf de begrafenis van Fran. Ze "kent" jou net zo lang als ze mij kent. Vanaf het begin van onze relatie heb ik haar verteld dat er een grote liefde in mijn leven is geweest die ik van het ene moment op het andere ben verloren, jij dus.'
'Ik hoop dat ze het nu niet als een bedreiging ervaart,' zei ik wat aarzelend.
'Ach Attila, wat moet ik je daarop zeggen,' zei hij peinzend. 'Pia en ik leiden een leven als broer en zus. Niets is meer een bedreiging, noch voor haar noch voor mij, wat dat betreft,' voegde hij er op raadselachtige toon aan toe en met een wanhopige, pijnlijke blik in zijn ogen pakte hij mijn hand en wees naar de horizon. 'Het liefst zou ik je willen meenemen, daar naar die verte, maar verplichting en verantwoordelijkheden houden mij altijd weer tegen. Ik schijn dat mijn hele leven achter me aan te moeten slepen.'
Iets in zijn stem weerhield mij verder te vragen. Zwijgend liepen we naar het einde van de pier, een stukje wereld, waar het vasteland ophield en de zee begon. Daar omarmden en koesterden we elkaar langdurig, onze hoofden liefdevol tegen elkaars schouder rustend. Het was vloed, hoge golven beukten op het strand. Langs de vloedlijn lopend, wisselden we de gebeurtenissen van de week uit. Hij legde in een paar woorden uit dat zijn zoon Koen vorige maand op kamers was gaan wonen en hoewel het een rustige jongen is, had dit een stilte in hun huis achtergelaten. Ik vertelde hem over ons culinaire avondje bij Adrienne en over onze verhalen tijdens het negengangenmenu, ook over mijn bezoek bij Victor, de astroloog, die ik had gevraagd naar mijn transits te kijken.
'Ik weet, Simon, dat je niets van astrologie moet hebben maar iedere keer kom ik frappante dingen tegen. Ik blijf kritisch en leg me er verder niet teveel op vast maar het is leuk spelen.'
'Wat zijn eigenlijk transits? Ik moet je eerlijk zeggen dat ik me nooit in die sterrenwichelarij verdiept heb, dus kan er eigenlijk niet over oordelen. Je leest er wel in de krant of in die weekblaadjes over maar dat is zo algemeen en kan op iedereen slaan.'
'Ja, dat is de pest, het populisme heeft het overgenomen maar de serieuze astrologiebeoefenaar kan een aardig boekje over je opendoen. Bij transits plaats je de horoscoop in de tijd en kijk je naar de planeten van dit of zo je wil van een ander moment en legt deze als het ware op je geboortehoroscoop. Je kijkt hoe het een zich verhoudt tot het ander.'
'Weet jij veel van horoscopen, Attila?'
'Momenteel verdiep ik me er in. Zoals ik je laatst zei, heb ik sinds ik niet meer bij Annalen werk veel tijd over, dus ach het boeit me wel en als ik het niet begrijp of iets uitgelegd wil hebben, bel ik Victor.'
'Ik had van de week mijn zus Katrien, of eigenlijk laat ze zich Ka noemen, aan de telefoon en vroeg haar toch nog eens precies naar mijn geboortetijd. Zij zei dat haar school, die bij ons om de hoek was, om vier uur uit ging, dat ze doorgaans om tien over vier thuis was en dat mijn moeder net lag te bevallen van mij. Kort daarop hoorde ze mij schreeuwen. Zij schat mijn geboortetijd tussen kwart over vier en half vijf.'
‘Zo, dus toch wel een beetje nieuwsgierig?’ vroeg ik plagerig.
'Laat ik het zo zeggen, mijn interesse is in lichte mate gewekt. Kun jij me iets over die transits vertellen?'
'Als ik straks thuiskom zal ik meteen kijken of er wat te zien is en zo ja, zal ik het je mailen. Zoals je weet, ben ik een Leeuw. Dat betekent dus in mijn geval dat de Zon in het teken Leeuw staat. Mijn ascendant is Waterman maar wat nou het leuke is, is dat op dit moment Uranus conjunct, of met andere woorden, bovenop mijn ascendant staat. In een van m’n astrologieboeken kwam ik een mooie zin tegen: Het geeft flitsen van inzicht die de kern van de toekomstige ontwikkeling vormen.'
'Aardig gezegd maar wat betekent dat in het normale leven?'
'Uranus is de heerser van, of behoort bij, het teken Waterman, dus bij mij is het momenteel dubbelop. Watermannen laten zich sowieso weinig zeggen en wekken van huis uit de indruk onafhankelijk te zijn. Ze worden nogal eens voor arrogant aangezien, door hun stoïcijnse uiterlijk, bovendien staat vrijheid hoog in hun vaandel, dat wil zeggen dat ze dat voor zichzelf opeisen maar het ook graag een ander gunnen...'
'Wat dat betreft klopt het wel. Als ik je zo zie, heb je wel iets hautains wat ik juist erg aantrekkelijk vind. Vooral omdat ik weet wat er achter die houding schuil gaat,' onderbrak Simon me.
Ik knikte. 'Ik word daar vaak op beoordeeld maar dat maakt me tegenwoordig geen moer meer uit. Sterker nog, het houdt sommigen, waar ik toch al geen boodschap aan heb, prettig op afstand. Dan nu terug naar Uranus die momenteel op mijn ascendant staat te donderjagen. Het is een nogal onvoorspelbaar aspect. Het betekent volkomen vrijheid. Een jarenlang huwelijk wordt bij een dergelijke transit behoorlijk op de proef gesteld. Verplichtingen of restricties, van welke aard dan ook, worden als knellend ervaren. Nieuwe mensen ontmoeten ligt in de lijn der verwachtingen.' Ik keek hem veelbetekenend aan bij het uitspreken van de laatste zin. Simon lachte vaag en ik vervolgde: 'In feite vraagt de ware aard om een levensvorm in vrijheid. Aangezien ik echter mijn leven lang al in die zogenaamde vrijheid leef, zal dit aspect weinig indruk op me maken in mijn persoonlijke situatie. Maar ik kan me voorstellen dat deze transit bij een ander, die zijn leven lang in een harnas heeft gezeten, tot grote uitspattingen zou kunnen leiden. Een soort revolutionaire vernieuwing dus.'
'Ik hoef me nu toch niet bezorgd te maken dat ik teveel op je nek zit, hè,' reageerde Simon met een gespeeld angstig gezicht.
Ik keek hem glimlachend recht in zijn ogen: 'Integendeel, het feit dat ik jou wederom ontmoet heb, heeft mij in beweging gezet. Ik dacht, als astrologie enige werkelijkheidswaarde heeft, moet dit te zien zijn.'
'Mag ik hieruit distilleren, Attila, dat onze hernieuwde vriendschap voor jou ook zoveel betekent?'
'Wat had jij dan gedacht?'
Simon had al die tijd een arm om me heen geslagen en ik drukte me nog eens stevig tegen hem aan. We hadden een uur over het strand gelopen. Inmiddels begon mijn grote geheim toch wel erg zwaar te wegen en ik begon bijna dwangmatig naar het beste moment te zoeken om het hem te vertellen. Inmiddels zat ik tevens te bedenken dat het juiste ogenblik nog steeds niet was aangebroken. Ik zou het hem beter kunnen onthullen als hij binnenkort een dag bij mij thuis op bezoek zou komen. Even daarvoor zou ik Isis dan in kennis hebben gesteld en zouden ze elkaar ontmoeten…
'Daar is het restaurant,' wees Simon en onderbrak mijn gedachtegang.
We bestelden allerlei heerlijke visjes en een droge witte wijn. Tijdens het eten vertelde Simon over zijn advocatuur en vroeg ik hem over zijn eerste studie filosofie waar hij niet mee door was gegaan.
'Boeide het je niet genoeg of waren er andere redenen dat je naar rechten bent overgestapt? Het is me nogal een verschil.'
'Wijsbegeerte op zich vind ik zeer interessant. Ik heb me destijds verdiept in de oude Grieken, de Middeleeuwen en de Renaissance. Maar om nou te citeren wat onze filosofen, existentialisten en postmodernen allemaal bedacht hebben en steeds weer op zoek te gaan naar een werkelijkheid die schuil gaat achter bijvoorbeeld een menselijk dilemma van rede en waanzin vond ik niet zinnig. Ik zag me hier niet zo gauw mijn beroep van maken. Ik vond het té theoretisch en té abstract.'
'Heb jij je ooit beziggehouden met de hermetische filosofie?' vroeg ik.
'Jazeker, ik ben nog een aantal maanden naar het meditatiecentrum de Kosmos geweest om me te verdiepen in esoterie, occultisme, magie, mystiek en zenmeditatie. Daar ontmoette ik iemand die rechten studeerde en die mij min of meer warm maakte voor deze studie. Je weet dat ik goed van de tongriem ben gesneden dus ik heb me toen laten informeren. Daarna ben ik overgestapt naar het Recht.'
Verrast veerde ik overeind. 'Wat wonderlijk, in de jaren zeventig ben ik ook geregeld in de Kosmos geweest. Ik kwam om daar Saswithayoga te doen en daarna gingen we met een groep mensen naar zolder verschilsdenken. Wat vreemd dat we elkaar daar nooit ontmoet hebben want ik ging op vrijdag ook nog naar de swingavond en heb daar heel wat voetsporen liggen. Kun jij je nog herinneren in welke periode je daar geregeld kwam?'
'Dat moet ergens in '70 of '71 zijn geweest. Toen ik eenmaal met mijn studie rechten bezig was, kreeg ik andere prioriteiten. Vandaar dat we elkaar steeds gemist hebben. Ik had eens geweten moeten hebben,' zei hij met een blik op oneindig.
'Ja, we zouden eens geweten moeten hebben,' herhaalde ik dromerig in meervoud. 'Ik ben er voor het eerst geweest, als ik me goed herinner, eind '72. Vooral het verschilsdenken op zolder vond ik heel bijzonder. Ik had het gevoel alsof ik eindelijk thuis kwam. Het boek van Saswitha heette: de Swabhawat, de korte weg tot wijsheid. Ik kon er toen niet genoeg van krijgen.'
'Waar ging dat over?'
'Een fragment uit zijn boek kan ik me nog herinneren: Als u geen verschil ziet tussen de ruit en de lucht, steekt u uw hoofd naar buiten maar stoot tegen de ruit. Hieruit blijkt dat pas als het licht door iets weerkaatst wordt en deze weerkaatsing komt tot u (spiegelbeeld) er bewustwording heeft plaatsgevonden. Zo is het ook met bewustwording op vormloos gebied. Een gedachte is ook slechts het verschilsvoortbrengsel van twee tegendelen. Vele gedachtenvormen treffen u en u maakt, onbewust dikwijls, zelf een gedachte die de bewustgeworden verschillen tracht op te heffen. Uw gedachte heeft dus de binnengedrongen gedachtenvormen als spiegelbeeld. Alles tracht evenwicht te brengen in de verhandeling van de bewustgeworden verschillen, dat wil zeggen: het is middelpuntzoekend maar evenzeer middelpuntvliedend. De handeling zal steeds wederkerend zijn. Een op zichzelf staande uiting, die in één richting verstart, is noodwendig onwerkelijk…'
'Ga d’r maar aanstaan,' zei Simon.
'Ja, dat is een hele mond vol,' beaamde ik. 'Het heeft mij destijds wel enigermate gevormd. Bovendien was ik flink op zoek naar de niet-alledaagse werkelijkheid en meende die daar te vinden.'
'En, heb je het daar gevonden?'
'Het heeft mij in ieder geval sterk leren relativeren en mijn denken gescherpt. Mijn opgedane kennis nam ik mee naar Annalen en daar heb ik heel wat polemiek gevoerd.'
Ik vertelde dat ik bij Annalen een aantal fantastische jaren had gehad en over mijn blauwe maandag studie psychologie even daarvoor. Tijdens mijn studie was ik erachter gekomen dat ik met name geïnteresseerd was in sociale psychologie. Vooral massasuggestie -hypnose en -hysterie zijn mijn stokpaardjes. Daarnaast deed ik ook nog aan journalistiek en toen ik eenmaal een aardige baan kreeg aangeboden bij Annalen  had ik de psychologie laten vallen en me op de journalistieke schrijverij geworpen maar wel met een psychologische achter- en ondergrond. Later was ik opgeklommen tot redactrice.
'Vandaar dat ik een geoefend luisterend oor heb en ben,' schertste ik.
'Kun je dan nog een stukje gruwelijkheid aan, Attila? Ik wil je dingen vertellen die ik nog nooit en te nimmer iemand heb toevertrouwd, misschien uit gêne of bescherming. Ik weet het zelf niet zo goed.'
'Fijn, dat je me in vertrouwen wilt nemen Simon,' moedigde ik hem aan.
'Justine dus. Bijna vanaf haar geboorte voelde ik al dat het niet klopte met dat kind. Ik zal je een schets geven van haar persoonlijkheidsstoornis waar ik pas achter kwam toen ze tegen de puberteit aanzat. Natuurlijk heeft alles voor een groot deel met Fran te maken want een normale veiligheid en bescherming heeft ze het kind niet kunnen bieden.'
'Des te meer liet jij de verantwoordelijkheid op jouw schouders rusten,' begreep ik.
Simon knikte en zei met een gezicht van een boer met kiespijn: 'Kijk maar eens in mijn horoscoop waar dat overdreven gevoel van verantwoordelijkheid vandaan komt. Ik word af en toe niet goed van mezelf. Eindelijk ben ik er achter gekomen, maar daar zijn jaren overheen gegaan, dat Justine met liefde en geduld niet te benaderen is. Het werkt simpelweg en wonderlijk genoeg niet. Ze heeft het beeld en zelfbeeld van een borderline persoonlijkheid. Met haar gevoelens van zelfverachting, hoewel ik haar honderden keren heb gezegd hoe goed ze is, is het vechten tegen de bierkaai. Daar waar ik opbouw wordt het aan de andere kant systematisch afgebroken. Het vreemde is, dat ze zowel vermijding als bescherming zoekt bij dezelfde figuur,'
'En die persoon ben jij, waarschijnlijk?' sprak ik mijn vermoeden uit.
'Zoals je zegt, met een soort objecthonger richt ze zich op mij. Eerst speelt de verlatingsangst, dan de perioden van afstand versus nabijheid. Rondlopen met gevoelens van zich slecht voelen, leidend tot depressief affect en dan de regelmatig terugkerende, elkaar afwisselende manische en depressieve perioden, met uiteindelijke neiging tot suïcide. Heb jij dat weleens meegemaakt?'
'Min of meer, niet direct, maar wel indirect. Bij een vriendje van een vroegere vriendin heb ik iets dergelijks gezien. Er is redelijk mee om te gaan als je het op afstand kunt houden maar ik kan me voorstellen, als je er emotioneel bij betrokken raakt, dat het je kapot maakt. Door hun grillige, impulsieve en onvoorspelbare gedrag zijn ze in staat de hele omgeving te manipuleren.' herinnerde ik me.
'Het gekke is dat ze soms zo boos kan zijn en zich gedraagt of dingen doet waarbij ze als het ware om straf vraagt. Ik snapte daar aanvankelijk helemaal niets van, dus begon zoveel mogelijk liefde en zorg te geven. Als het maar even aansloeg, zoals ik vaak dacht, kon haar aanhankelijkheid zomaar veranderen in wantrouwen.'
Het werd me zo langzamerhand duidelijk dat het zijn leven flink had bepaald, zachtjes uitgedrukt. Het had hem letterlijk getekend.
'Wat ik ervan weet, heeft het veel te maken met een verstoord hechtingsproces waarbij haar wijze van denken en voelen verstoord raakt en waardoor er dissociatie ontstaat. Van het ene op het andere moment kan dan haar bewustzijnstoestand veranderen. Ze voelt zich als het ware uiteenvallen en zal daarbij reageren op wat ze ziet. Haar eigen werkelijkheid geldt.'
'Dat is nou precies wat er steeds gebeurt. Ik ben blij dat je het beeld herkent, Attila. Bovendien is ze extreem introvert, dat vervolgens weer een tegenwicht vormt voor haar impulsiviteit en ongeremd handelen. Haar vermijdingsreacties schieten dan te ver door.'
'Ik vermoed dat Justine heel moeilijk alleen kan zijn?'
'Breek me daar de bek niet over open. Daardoor zoekt ze op allerlei mogelijke manieren contact. Ik hoef je daarbij waarschijnlijk niet duidelijk te maken dat het altijd de verkeerde zijn. Vooral de oppervlakkige contacten zijn kenmerkend en daar speelt zich veel strijd in af. Je ziet iedere keer weer haar emotionele instabiliteit, haar enorme onvrede, wanhoop en ontreddering vanuit machteloosheid en dan haar onderliggende vijandige gevoelens.'
'Volgens mij heb je je behoorlijk in Justines toestand verdiept, Simon en kan ik me voorstellen dat er verschrikkelijke dingen kunnen ontstaan. Op de eerste plaats zal ze een gestoorde impulscontrole hebben. Ze kan haar onlustgevoelens niet actief naar buiten brengen en zal daarbij een gebrek aan innerlijke remmings- en beheersmogelijkheden hebben. Logisch dat haar impulsdoorbraken zich dan zullen manifesteren op een manier zoals je ze liever niet zou willen zien, zoals: abnormale agressie, verslavingsgedrag, gedragsstoornissen, heftige emotionaliteit en gebrek aan aanpassingsvermogen.'
'Met alle gevolgen van dien,' zei hij mat en keek strak voor zich uit.
Ik had al vermoed dat het gesprek over Justine deze richting op zou gaan. Ik legde mijn hand op zijn arm en zei behoedzaam: 'Ja, dat doet pijn.'
'Heb jij enig idee, Attila, waar zo’n persoonlijkheidsstoornis vandaan komt? Zou het aanleg zijn of zijn het de omstandigheden, voor zover je daar iets over kunt zeggen?'
'Ik denk dat je niet zomaar kunt spreken over of/of. Volgens mij is het eerder een combinatie van. Ik denk dat het van diverse kanten komt: psychologisch, genetisch, maar ook sociale factoren. Maak je borst maar nat.'
'Die is mijn leven lang al nat geweest en die ben ik langzaamaan aan het drogen. Mijn behoefte op dit moment is me uit een zelf opgelegd keurslijf te bevrijden. Dat zal niet zonder slag of stoot gaan maar sinds kort voel ik weer een enorme energie en daar zal ik dankbaar gebruik van maken.'
'…Sprak hij,' vulde ik luchtig aan, nam een slok van mijn wijn en sloeg hem opmerkzaam gade. Van het begin af aan had ik wonderlijke twijfels gehad. Zou Justine zijn dochter wel zijn? Had hij daar ooit weleens bij stilgestaan? Ik moest het hem vragen.
'Simon, weet jij eigenlijk wel zeker dat Justine jouw biologische dochter is?'
Met een vermoeid gebaar wreef hij over zijn ogen en keek me aan met een bijna smartelijke blik.
'Het zal me toch niet gebeuren Attila dat ik een koekoeksei heb uitgebroed en verzorgd, met alle rampzalige gevolgen van dien. Maar wat je nu zegt, heeft Pia me al talloze keren onder mijn neus gewreven. Ik heb daar altijd bozig op gereageerd en riep dan dat ze rancuneus jegens Justine was en zich nergens mee moest bemoeien, of dat soort onzin. Ik heb me al die jaren halsstarrig en hardnekkig vastgehouden aan een eenmaal opgelegde taak. De laatste weken sinds onze ontmoeting, toen het bedrog van Fran naar buiten is gekomen, begin ik zelf te twijfelen. Ik weet niet zo goed wat ik hiermee aan moet. Wat vind jij ervan, zal ik alsnog een genetisch onderzoek laten doen?'
'Dat lijkt me voor je eigen gemoedsrust en zekerheid in dit geval geen slecht idee.'
'Ik ga er een dezer dagen achteraan. Weet je, Attila, of de uitslag positief of negatief is, het zal me in beide gevallen verpletteren, begrijp je dat?'
Dat begreep ik heel goed maar ik kon me niet echt voorstellen hoe iemand al die jaren, waarin zich kennelijk hartverscheurende dingen hadden voorgedaan, zich zo had kunnen laten bedriegen. Want voor mij stond nu, ineens, als een paal boven water dat Justine niet zijn dochter was. Franneke had hem met open ogen in haar netten verstrikt en hij was erin getrapt. Overigens waren enige gestoorde trekjes van Justine ook toepasbaar op Franneke. Ik was er een heleboel van vergeten in de loop der tijd maar één herinnerde ik me nog als de dag van gisteren.
Een jaar of zestien zullen we zijn geweest en we zaten nog op het Fons Vitae. We waren bij een paar vriendjes thuis op een feestje. Franneke riep me vanuit een zijkamertje. Daar zat ze op een bed met een groot broodmes met de scherpe kant op haar pols gericht.
'Zal ik het doen?' vroeg ze uitdagend.
'Ja, waarom niet,' reageerde ik, niet eens geschrokken en denkende dat het weer een van haar geintjes was.
Toen sneed ze haar polsen door en liep gillend naar de jongens. Een ambulance moest er aan te pas komen, om haar naar het ziekenhuis te brengen en er werd een onderzoek gedaan naar de gang van zaken. De politie was zelfs nog bij ons thuis aan de deur geweest voor een aantal vragen. Ik had dat gedrag op z’n zachtst gezegd, zeer merkwaardig gevonden en had er het plaatje "hysterisch" opgeplakt. In ieder geval had ze wat ze wilde: aandacht.
'We slaan ons er wel doorheen,' zei ik troostend.
'We?' vroeg hij met blijdschap in zijn ogen en opgetrokken wenkbrauwen.
'Je kunt op me terugvallen, dat beloof ik je,' zei ik licht bewogen. 'Heb je nog contact met Justine?'
'Ja, eh nee, dat wil zeggen, dat is weer een verhaal op zich. Zullen we dat voor een volgende keer bewaren? In het kader van: de streken van Justine.'
Dit laatste zei hij ineens opvallend luchthartig alsof hij in stilte een belangrijke beslissing had genomen.
Op de terugweg draaide Simon een tape van Lou Reed: Satellite of love en we zaten in zijn Snoek te swingen op onze stoelen en bij het volgende nummer zongen we luidkeels mee:
'Oh Jim
How could you treat me this way
You know, you broke my heart, ever since you went away'…  



Geen opmerkingen:

Een reactie posten