29 februari 2012

proloog

Augustus 2000

Op de deurmat lag een envelop met zwarte rand. Wie was er nu weer dood? Dit jaar was het raak, het ene sterfgeval na het andere. Dat het leven vergankelijk is, was mij bekend maar deze frequentie viel niet bij te benen. Met enige weemoed opende ik de envelop: Fran Vreeswijk had het aardse tranendal verlaten.
Die Franneke, dacht ik bij mezelf. Jarenlang had ik niets meer van haar gehoord. Zij trouwens ook niet van mij.
Eind jaren zestig hadden we ons aangesloten bij een rondtrekkend toneelgezelschap. In de grote steden van Europa en soms op het platteland voerden we performances op. Franneke was zowel in kleding als gebaar de nar van het gezelschap en ging altijd met de pet rond. Dat was haar wel toevertrouwd. Met haar olijk geschminkte gezicht en zotskap op troggelde ze menigeen de munten uit de zak. Haar stemmingen wisselden even snel als het weer. Tussen wat ze zei en deed lag een wereld van verschil. Ze noemde me dagelijks haar
beste vriendin… Ik begreep haar zo goed. Toen had ik nog niet door dat ze me met haar lijmen en slijmen behoorlijk probeerde in te palmen.
De grootste hobby van Franneke was zich willen bewijzen. Ze had een onstilbare honger naar complimentjes. Of ze keek in aanbidding naar iemand op en liet zich geheel en al inpakken of ze boorde iemand genadeloos de grond in. Het was likken of bijten met haar. Ze was graag met machtsstrijdjes bezig. Zichzelf boven de massa verheffen onder het mom van: wat ben ik toch een bescheiden en sociaal mens. 
Dat was allemaal tot daar aan toe maar omdat ze mij met haar veeleisendheid als pispaal had uitgezocht en haar jaloezie en frustratie probeerde uit te leven met: Jij moet altijd je zin hebben of me met verwijten om de oren sloeg: Jij kunt je niet conformeren aan de buitenwereld, begon ik er na verloop van tijd behoorlijk de smoor in te krijgen. Ik kon en wilde niet meer omgaan met haar absolute onberekenbaarheid, superieure grilligheid en claimende afhankelijkheid. 
Toch was het ook een leuke meid met kwaliteiten. We hadden een spannende en turbulente tijd gehad. Op een zeker moment vertelde ze me dat ze mij eigenlijk als haar rivale zag. Mijn mond viel open van verbazing. Natuurlijk was het me niet ontgaan dat ze zich buitengewoon uitsloofde naar mijn vriendjes. Intrigeren was haar niet vreemd maar dat ze situaties en gebeurtenissen ging omdraaien en me vervolgens te pas en te onpas op mijn plaats probeerde te zetten, deed voor mij definitief de deur dicht. Ik maakte een eind aan onze vriendschap. Franneke was razend. 
Later kwamen we elkaar nog wel eens tegen. Demonstratief draaide ze dan haar hoofd om. Inmiddels had ik een dochter. Zij ook een jaar later.
Nu was ze dood. 
Donderdag zou ze begraven worden, stond in de rouwcirculaire. Het verbaasde me dat ze zelf de envelop had geschreven. Ik herkende haar handschrift en besloot er naar toe te gaan, niet alleen ter ere van de nostalgie maar ook uit nieuwsgierigheid.  




Geen opmerkingen:

Een reactie posten